"Ik adviseer je contact op te nemen met de politie....."

Zaterdag 5 december 2021. Na een middag examens voor Het Oranje Kruis te hebben afgenomen zat ik voor het avondeten thuis. “Zal ik nog voor het eten de bloemen nog even in de kerkzaal zetten en de lezingen opzoeken?” Het zou nog een kwartiertje duren voordat de patat klaar is.

Bij aankomst bij de kerk stond de deur op een klein kiertje open. Er was geen braakschade, dus iemand moet de deur niet goed hebben afgesloten. Zoals het hoort zijn er maar een paar sleutels van de voordeur van het kerkgebouw in omloop: de beheerder (ik dus), de kerkrentmeester gebouwonderhoud, sleutelbos van de dienstdoende horecamedewerker (vanwege niet inzetten van vrijwilligers is die in mijn bezit) en de bloemenkoerier. Het gebeurt regelmatig dat op zaterdag de deur niet op het nachtslot gedraaid wordt, maar zo op een kier open…? Op zaterdag nadat de bloemen bezorgd zijn doe ik toch altijd m’n ronde om alles voor de zondag klaar te maken, dus dan sluit ik het gebouw verder goed af.

Ik loop dus het halletje van de kerk in en kijk rond of ik wat bijzonders waarneem. Al zouden mensen binnen gekomen zijn, dan konden ze toch niet verder want de binnendeur is ook op slot.

Inmiddels heb ik de binnendeur van slot gehaald en buk om te vaas op te tillen. Toen ik de vaas met bloemen van de grond wilde pakken, voelde ik dat er iemand achter me stond die ik niet had binnen gelaten. Ik draaide me om en zag een man staan die een kop groter was dan ik. De buitendeur heb ik niet gehoord, dus hij moest al binnen zijn geweest toen ik binnenkwam. “Wat doet u hier binnen, kan ik u helpen…”, vroeg ik. Het bleek iemand te zijn die de warmte opzocht en zeker niet van plan was het gebouw te verlaten, en dat gaf hij in niet te verstane krachttermen aan. Hoe los je dit nu op…? Al pratend had ik de man richting de buitendeur gekregen. Ik had de aandacht van de insluiper naar buiten verlegd. “Wat gebeurd daar nu….”, zei ik en ik wees naar buiten toen een auto met piepende banden  en een hoge snelheid de hoek om kwam. De man doet een stap naar buiten en ik doe snel de deur dicht…. Boos slaat de man op het raam.

Met m’n hart bonzend in m’n keel ga ik de kerk klaarzetten voor de zondagsdienst. Bloemen neerzetten, bloemenkaartje schrijven, lezingen opzoeken en de zondagsbrieven klaarleggen. En dan naar huis, op naar de patat… Er was inmiddels geen spoor meer van de ‘insluiper’ te bekennen.

Veilig thuis gekomen heb ik het hele verhaal gedaan. “Meld het ook even bij de leidinggevende” was het advies van mijn vrouw. In een mailtje heb ik keurig de situatie beschreven. Het enige antwoord dat ik daarop kreeg: Dank je voor je mail. Ik adviseer je contact op te nemen met de politie. Moet je dan tegen een agent zeggen: Doordat iemand de deur open heeft laten staan was er een insluiper binnengekomen, en hierdoor voel ik me niet veilig….? Erger vind ik het dat er helemaal geen empathie werd getoond, alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat een (vrijwillige) werknemer in een hachelijke situatie terecht komt.

In mijn vrije tijd ben ik als instructeur eerste hulp/evenementenhulpverlening en nazorgmedewerker werkzaam bij Dutch Medical Event Service. Wanneer één van mijn medewerkers in een onplezierige situatie komt (bijvoorbeeld hulpverlening met fatale afloop, bedreiging, etc.), sta ik voor de medewerker klaar en ben er voor de persoon.  In zo’n geval zou mijn eerste reactie zijn: Hoe is het met jou...? Geschrokken...? Zal ik even naar je toe komen, zodat je even je verhaal kunt doen, dan kunnen we daarna kijken wat verder nodig is... 

Maar hoe moet je nu als organisatie verder…?

  • Onderzoek hoe dit heeft kunnen gebeuren.
  • En nog belangrijker, hoe kan worden voorkomen dat een soortgelijke situatie in de toekomst opnieuw gebeurd.
  • Zorg dat nazorg geregeld is voor alle medewerkers. Medewerkers moeten weten dat er nazorgmedewerkers zijn die,  zonder een waarde oordeel te geven, wil luisteren en waar nodig helpt door te verwijzen naar een ter zake kundig persoon.

Zowel werknemers als werkgevers hebben verplichtingen, dit staat in de Arbeidsomstandighedenwet beschreven. Een werknemer heeft de verplichting zijn werkzaamheden binnen de door de werkgever gestelde kaders zo goed mogelijk te doen. De werkgever (gedelegeerde leidinggevende) heeft de verplichting een goed, gezond en veilig werkklimaat te bieden. In een werkrelatie waar gewerkt wordt met vrijwilligers heeft een werkgever ook deze verplichting, zelfs als de werkgever zelf een vrijwilliger is zoals in kerkelijke organisaties vaak gebruikelijk is.

Probeer het probleem voor te leggen binnen de eigen (vrijwilligers)werkorganisatie. Wanneer dit niet lukt is het advies om dit voor te leggen aan een vertrouwenspersoon, vakbond of - wanneer het echt niet anders kan - aan een arbeidsjurist.

Een veilige werkplek realiseren kost een werkgever een kleine investering aan middelen en wat tijd, maar het levert veel meer op: een tevreden en productieve werknemer. Een win-win-situatie, iedereen blij!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.